Meest gestelde vragen

Agri-Solar combineert landbouw met de opwekking van zonne-energie. Zonnepanelen worden om de zes tot twaalf meter geplaatst, zodat gewassen kunnen groeien en geoogst worden. Dit biedt extra inkomsten voor boeren, efficiënter landgebruik en duurzame energieproductie.

Bij natuurvriendelijke Agri Solar hanteren we waar mogelijk de principes van natuurinclusieve landbouw: minder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, kruidenrijk grasland en een groene omranding met inheemse vegetatie. Dit bevordert lokale biodiversiteit en bodemgezondheid.

Boeren kunnen met Agri Solar stabiele inkomsten verwerven en tegelijkertijd hun landbouwactiviteiten voortzetten.

Agri Solar combineert landbouw met zonne-energie, wat boeren een stabiele extra inkomstenbron oplevert.

Dit systeem maakt landgebruik efficiënter en draagt bij aan duurzame energieproductie. In plaats van aparte hectares voor landbouw en zonne-energie kun je met 1,4 tot 1,6 hectare aan Agri Solar dezelfde opbrengst in gewassen én elektriciteit behalen als met twee afzonderlijke hectares.

Klaver en kruidenrijk grasland zijn ideaal. Ze hebben minder direct zonlicht nodig en profiteren van het gematigde klimaat onder de panelen. Dit grasland kan vee en pluimvee voeden of geoogst worden voor stalvoer.

Ook gewassen zoals alfalfa, luzerne, aardappelen, suikerbieten en asperges groeien goed tussen de paneelrijen, en strokenteelt zijn mogelijk.

Agri Solar combineert landbouw en zonne-energie voor duurzaam landgebruik, wat betekent dat er minder zonnepanelen zijn dan bij een traditioneel zonnepark. Bij Agri Solar staat 30-40% van het perceel onder panelen, terwijl dit bij een natuurlijk zonnepark 50-60% is en bij een traditioneel zonnepark kan oplopen tot 80%.

Zeker! Vooral in combinatie met klaver en kruidenrijk grasland als diervoer zijn zonnepanelen gunstig. Ze zorgen voor schaduw tijdens de hete zomermaanden, waardoor het gras beter groeit. Koeien, schapen en kippen maken ook graag gebruik van de beschutting tegen zon en regen onder de panelen. De panelen dempen het klimaat onder de panelen en zorgen dat vocht beter wordt vastgehouden.

In Nederland moet dit nog bepaald worden. Het doel is dat alle agrarische rechten behouden blijven.

Sunvest ontwikkelt zonne-installaties die aansluiten bij de lokale behoeften en een toegevoegde waarde hebben voor de samenleving. Bij ons staat het creëren van voordelen voor agrariërs, biodiversiteit en omwonenden centraal. Bij sommige projecten ligt de nadruk op natuurontwikkeling, bij andere op het ondersteunen van voedselproductie.

Onze Natuurlijke en agrarische  zonneparken zijn ontworpen, ingericht en worden onderhouden met oog voor natuurontwikkeling.

Bij elke nieuwe ontwikkeling onderzoeken onze ecologen en landschapsarchitecten welke maatregelen nodig zijn om de lokale biodiversiteit te vergroten en inheemse flora en fauna te herstellen.

Bij een natuurvriendelijk agrarisch zonnepark ligt de nadruk op groene omranding en natuurstroken onder de panelen, waar geen landbouw plaatsvindt. Bij een Natuurlijk zonnepark ligt de nadruk op zaken als het aanleggen van ecologische corridors en natuurlijke oevers tot het graven van poelen en het planten van bomen en struiken. Bloem- en kruidenrijk grasland zorgt bovendien voor een terugkeer van insecten en gezond bodemleven.

Natuurlijke zonneparken leveren niet alleen duurzame energie, maar dragen ook bij aan biodiversiteit.

Bij het ontwerpen van onze parken besteden we veel aandacht aan een groene inpassing die lokale flora en fauna bevordert. Dit betekent dat we vanaf de ontwerpfase tot aan het beheer zorgen voor een duurzame omgeving waarin natuur en energieproductie hand in hand gaan. Essentieel is ook dat we tijdens de exploitatie het groen goed beheren, zodat de gestelde natuurdoelen ook daadwerkelijk gehaald worden.

Biodiversiteit gaat wereldwijd achteruit. Wij combineren zonne-energieproductie met natuurbehoud om deze trend te keren. Elke installatie van Sunvest draagt bij aan biodiversiteit, zowel in het ontwerp als in het beheer. Op die manier ondersteunen we het herstel van insecten, bodemleven en andere kwetsbare soorten.

Onze zonneparken bieden onderdak aan lokale zoogdieren. We planten struiken voor beschutting en voedsel en zorgen voor ononderbroken groene corridors waar dieren veilig doorheen kunnen bewegen.

Onze hekken hebben doorgangen, zodat dieren gemakkelijk onder of door het park kunnen bewegen. Zo creëren we een veilige leefomgeving voor zoogdieren, van muizen tot reeën.

Om een gezonde waterhuishouding te waarborgen, leggen we bijvoorbeeld bij sloten afgeschuinde oevers aan zodat dieren gemakkelijk toegang hebben tot water.  Op het grensvlak van nat en droog ontstaat hier dan interessante vegetatie.

Waar mogelijk graven we poelen voor amfibieën, zoals salamanders. In overleg met waterschappen en boeren verbeteren we het waterbeheer op en rond onze percelen. Denk aan het aanbrengen van diepwortelend kruidengrasland die water vasthouden bij hevige regenval. Een andere mogelijkheid is door met stuwen het waterpeil ter plaatse te verhogen.

Onze natuurvriendelijke zonneparken worden altijd zo ingericht dat ook vogels zich welkom voelen.

Voor vogels zoals de patrijs en kwartel creëren we bloemrijke akkerranden, wintervoedselveldjes en keverbanken. Bosvogels voelen zich thuis in onze veelvuldig aangeplante hagen en heggen.  In weidevogelgebieden nemen we compenserende maatregelen, zoals het creëren van plas-dras plekken in de buurt van het zonnepark.

Door ons beheer richten we onze zonneparken zo in dat diverse vogelsoorten een veilige plek vinden voor nestelen, foerageren en rusten.

We bevorderen bloem- en kruidenrijke begroeiing rondom en onder de zonnepanelen, wat ideale omstandigheden biedt voor bijen, vlinders en andere bestuivers.

Door het groen ecologisch te beheren, zorgen we dat kruiden niet worden verdrongen door snelgroeiende grassen. Bovendien beperken we het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen om kruiden en de insectenpopulaties te beschermen.

In onze zonneparken zien we een breed scala aan dieren: insecten en vlinders, hazen, muizen, vleermuizen en af en toe zelfs dassen, vossen en reeën en marterachtigen. Ook vogels zoals struweelvolgels of roofvogels als buizerds en uilen zijn regelmatig te spotten.

Naarmate de begroeiing zich door de jaren heen ontwikkelt, verwachten we dat deze populaties zullen groeien en de biodiversiteit verder zal toenemen.

Jazeker! Sunvest ondersteunt de ontwikkeling van het keurmerk van Ecocertified Solarparks

Zelf doen we samen met een ecoloog jaarlijks onderzoek bij elk van onze zonneparken. We nemen bodemmonsters, onderzoeken bodemleven en tellen planten- en diersoorten om te monitoren hoe goed onze natuurmaatregelen werken. De adviezen die daar uit voortkomen gebruiken we om ons groenbeheer te versterken.

Daarnaast werken we mee aan onderzoeksprojecten, zoals die van Wageningen Universiteit en Universiteit Groningen, om meer inzicht te krijgen in het effect van zonneparken op de natuur.

Onze zonneparken worden ontworpen met veel aandacht voor de omgeving waar ze in komen te liggen.

Dat doen we in goed overleg met de omgeving. In overleg met de buurt bepalen we welke hoogte de panelen moeten krijgen en welke groene inpassing rondom men hier vind passen.

Daarnaast bepalen we in overleg met ecologen en landschapsarchitecten welk groen hoort bij de omgeving. Dat kunnen hagen, heggen of struweel zijn, maar ook rietkragen, een bomenrij of zelf een boomwal om de installatie aan het zicht te onttrekken.

Omwonenden worden zo vroeg mogelijk betrokken bij het eerste idee van het zonnepark. We vragen ze om input over landschappelijke aspecten, zoals zichtlijnen en beplanting en inpassing van de installatie. Maar ook praten we over geluid, mogelijke schittering en afstand tot bewoning en wegen.

Sunvest betrekt altijd landschapsarchitecten bij haar ontwerpen. Zij voeren landschapsstudies uit om de historische en culturele context te begrijpen en passen het ontwerp hierop aan.

Elke stuk grond  maakt deel uit van de leefomgeving van een gemeenschap.

Wij vinden het essentieel dat deze gemeenschappen hun stem laten horen bij de ontwikkeling van zonneparken. Dit verhoogt niet alleen de acceptatie, maar versterkt ook het draagvlak. Sunvest werkt daarom nauw samen met lokale gemeenschappen.

We wegen de belangen van grondeigenaren, omwonenden, landbouwers, natuurbeschermers en andere belanghebbenden zorgvuldig af, zodat iedereen kan profiteren van het zonnepark.

Bij elke ontwikkeling brengen we in kaart wie de belanghebbenden zijn, wat hun belangen zijn, en hoe groot die belangen zijn.

Wij gaan persoonlijk in gesprek met de belangrijkste belanghebbenden: directe buren, grondeigenaren, boeren, lokale en regionale overheden, wegbeheerders en waterschappen. Ook werken we samen met belangenorganisaties en experts op het gebied van landbouw, natuur, en cultuurhistorie.

Een profijtplan zorgt ervoor dat een deel van de opbrengsten van het zonnepark direct naar de lokale omgeving gaat, zonder dat deze gemeenschap financiële risico’s hoeft te nemen. Zo’n plan bevat meestal een mix van initiatieven, zoals:

• Buurtfonds: Omwonenden krijgen geld om te investeren in duurzaamheid, natuur of de energietransitie.
• Omgevingsfonds: Voor de ondersteuning van de lokale gemeenschap, vooral op agrarisch gebied.
• Zoninstallaties: Voor scholen, sportclubs en andere lokale maatschappelijke organisaties.
• Obligatieleningen: Inwoners kunnen investeren in het zonnepark en na 10 tot 15 jaar met rente worden terugbetaald.
• Zon-op-dak acties: Met korting zonnepanelen op eigen daken voor lokale bewoners.
• Gratis lespakketten: Om duurzame energie en milieubewustzijn bij kinderen te bevorderen.

We staan bovendien altijd open voor nieuwe ideeën uit de gemeenschap om de omgeving te versterken en de voordelen van het zonnepark te delen.

Sunvest ontwikkelt, bouwt en exploiteert zonneparken in samenwerking met de lokale gemeenschap. Wij vinden het belangrijk dat de gemeenschap ook financieel kan meeprofiteren.

De invulling verschilt per project. Bij sommige zonneparken werken we samen met energiecoöperaties. Beide partijen delen dan het werk en het risico, wat leidt tot een evenredig eigendom, bijvoorbeeld 50/50. Bij andere projecten is er minder behoefte aan actieve betrokkenheid, en richten we een profijtplan in voor de buurt.

We onderscheiden twee soorten participatie die nauw met elkaar verbonden zijn:

• Procesparticipatie: Omwonenden en belanghebbenden worden betrokken bij de ontwikkeling, bouw en exploitatie van het zonnepark.
• Financiële participatie: Omwonenden en andere lokale belanghebbenden krijgen de kans om financieel te participeren en zo mee te profiteren van de opbrengsten. Daarnaast bestemmen we bij voorkeur een deel van de inkomsten uit het zonnepark voor de directe omgeving.

Onze zonneparken worden gebouwd door ons zusterbedrijf ProfiNRG. Zij zijn niet alleen verantwoordelijk voor de bouw, maar zorgen ook voor de ontmanteling van het park.

Bij het aanvragen van vergunningen maken we duidelijke afspraken met de gemeente en de grondeigenaar: aan het einde van de levensduur wordt het park netjes opgeruimd en kan het land weer worden gebruikt voor de oorspronkelijke bestemming.

We streven ernaar onze zonneparken zo stikstofvrij mogelijk te bouwen. Dit betekent dat we materieel met verbrandingsmotoren zoveel mogelijk vervangen door elektrische alternatieven. Voor sommige machines, zoals minigravers en verreikers, is elektrisch materieel al beschikbaar. Andere, zoals heistellingen en mobiele kranen, zullen in de toekomst verder elektrisch worden ontwikkeld.

Nee, de productie, het transport en de installatie van zonnepanelen leveren uiteindelijk veel meer op dan ze kosten. Een standaard zonnepaneel wekt binnen twee jaar de hoeveelheid energie op die nodig was om het te produceren, en daarna blijft het jarenlang duurzame energie leveren.

Ja, maar we staan nog aan het begin van deze ontwikkeling. Zonnepanelen bevatten silicium, een kleine hoeveelheid zilver, lijm, glas, aluminium, koperen bedrading en een aansluitdoos. Veel van deze materialen kunnen hergebruikt worden, maar de technologie voor volledige recycling moet nog verder worden ontwikkeld.

Onze ambitie is dat we over twintig jaar, wanneer de eerste parken worden ontmanteld, onze zonnepanelen voor meer dan 95% kunnen recyclen. Onderdelen zoals de onderstellen en kabels worden nu al volledig gerecycled.

Ons Assetmanagement-team neemt het beheer van de zonneparken op zich nadat het gebouwd is. In deze operationele fase richten we ons op het optimaliseren van de zonnestroomproductie, verkoop van de stroom en het netjes houden van het zonnepark. De duurzaam opgewekte stroom gaat meestal naar afnemers via het openbare elektriciteitsnet of wordt omgezet in waterstof.

We monitoren de prestaties van het zonnepark continu, lossen storingen snel op, vervangen onderdelen tijdig, en reinigen de panelen wanneer dat nodig is.

Het groenbeheer speelt een cruciale rol in het behouden en versterken van de natuurwaarde van onze zonneparken.

We zorgen voor een goed onderhouden groene omranding en dichtbegroeide struiken die de panelen aan het zicht onttrekken. Vaak houden we het struikgewas laag om vergezichten te behouden. Ook zorgen we dat de begroeiing onder en tussen de panelen zich goed ontwikkelt. Zodat het kruidenrijke grasland tot bloei komt en de bodem levendig is. Sunvest schakelt voor het groenonderhoud graag lokale partijen in, zoals omwonenden of de grondeigenaar zelf. Zij kennen de omgeving goed en kunnen snel inspelen op lokale wensen en vragen.

In het geval van een Agri Solar park neemt de boer het groenbeheer uiteraard zelf op zich. Hij zorgt dat er evenwicht is tussen de agrarische waarde en de natuurwaarde van het Agri Solar park. Omdat gewasbeschermingsmiddelen spuiten in een zonnepark nagenoeg onmogelijk is (de rijafstanden zijn met zes tot negen meter de klein voor spuitarmen) is het groen en agrarisch beheer meer op de beginselen van de biologische landbouw gestoeld.

Absoluut. We beheren de zonneparken extensief en ecologisch, zonder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Het maaibeheer wordt op een extensieve manier uitgevoerd, waarbij we rekening houden met de cycli van kruiden, vlinders, insecten en vogels.

Afhankelijk van de bodemdoelen maaien we het gras onder en tussen de panelen met schapen of machines, waarna we het maaisel afvoeren.

Door schapen te laten grazen, blijft het land agrarisch in gebruik en kan het na afloop gemakkelijk weer worden ingezet voor de landbouw.

Bij machinaal maaien en weghalen verschraalt het land sneller, wat gunstig is voor natuurontwikkeling na de ontmanteling van het park. Het einddoel bepaalt voor een groot deel het beheer.